De Europese en Amerikaanse aandelenindexen consolideerden een tweede week op rij tegen een achtergrond van uitzonderlijk goede bedrijfsresultaten en bemoedigende economische indicatoren.

Overzicht

·         Sterke opleving van de Amerikaanse economie
·         Ook inflatie veert op
·         Contrast met de eurozone
·         Op de agenda deze week

In de loop van de week bleven zowel de Stoxx Europe 600 als de S&P500 vrijwel ongewijzigd. De obligatierendementen stegen lichtjes en de dollar versterkte. De vlaggenschipindex van Wall Street, de S&P500, overschreed de kaap van 4.200 en sloot donderdag af op een historisch recordniveau. Vrijdag verloor hij 0,7%, vooral vanwege de technologie- en oliewaarden. De Nasdaq daalde deze week met 1,2%, ondanks zeer behoorlijke kwartaalresultaten van de techreuzen.

Sterke opleving van de Amerikaanse economie

In het eerste kwartaal steeg het Amerikaanse bruto binnenlands product (BBP) met 6,4% op jaarbasis. Die opvering is vooral te danken aan de herstelplannen van Donald Trump en Joe Biden.

De persoonlijke inkomsten stegen in maart met 21,1% na een daling van 7% in februari. Die stijging is toe te schrijven aan de steun voor werklozen en de cheques die gezinnen ontvingen via het economisch ondersteuningsplan. De persoonlijke uitgaven stegen met 4,1% en het spaarpercentage kwam uit op 27,6% ten opzichte van 13,9% in februari. Die onvrijwillige aandikking van de spaarboekjes zal naar verwachting de consumptie in de komende maanden ondersteunen.

De indexen van het consumentenvertrouwen van de Conference Board en de universiteit van Michigan stegen allebei in april.

Ook inflatie veert op

De Fed’s favoriete inflatiebarometer (waarvoor haar gemiddeld streefcijfer 2% bedraagt) – de PCE (Personal Consumption Expenditure Index) – steeg in maart op jaarbasis met 2,3%. De Core PCE, zonder de volatiele energie- en voedselprijzen, steeg op jaarbasis tot 1,8%, komende van 1,4% in februari.

Inflatie:
Het percentage dat aangeeft hoe sterk het algemeen prijspeil gestegen is (op jaarbasis). Dat wordt gemeten aan de hand van de stijging van de consumptieprijsindex. Inflatie is ook een maatstaf voor de waardevermindering van het geld.

Jerome Powell herhaalde woensdag na de Fed-vergadering dat de inflatie op jaarbasis de komende maanden “ruim boven de 2% zou liggen”, maar dat dit niet zal aanhouden. Hij herhaalde dat het nog niet het moment is voor de Fed om te praten over de afbouw van haar opkoopprogramma van obligaties. Of met andere woorden, het is nog niet aan de orde om de kraan van de cash toe te draaien (‘tapering’ in het vakjargon). De werkloosheidsdoelstelling is nog lang niet gehaald.

Contrast met de eurozone

Zoals verwacht viel de eurozone in het eerste kwartaal terug in een recessie na de heropleving van het aantal coronabesmettingen, waardoor regeringen gedwongen werden de openbare activiteiten te beperken. Maar de impact was minder sterk dan verwacht, want zowel consumenten als bedrijven bleken veel weerbaarder tegen de lockdownmaatregelen. Het BBP kromp op kwartaalbasis met 0,6% en op jaarbasis met 1,8%.

De inflatie bedroeg in april 1,6% op jaarbasis (1,3% in maart), maar zonder energie en voedsel slechts 0,8% (0,9% in maart).

Op de agenda deze week

Zal de creatie van nieuwe banen in de Verenigde Staten tegen hetzelfde tempo doorgaan als sinds het begin van het jaar? Het antwoord krijgen we op vrijdag, wanneer het Ministerie van Arbeid zijn werkgelegenheidsrapport van april vrijgeeft. Economen verwachten 991.000 nieuwe banen en een werkloosheid die daalt van 6% naar 5,8%, nog steeds ver verwijderd van de 3,5% van voor de pandemie.

Vandaag is het uitkijken naar de ISM-cijfers van de verwerkende industrie (Amerikaanse aankoopmanagers), woensdag naar die van de orders voor duurzame goederen en donderdag de ISM voor de dienstensector. In de eurozone verschijnen donderdag de cijfers voor de retailverkoop.

Blijven de gepubliceerde resultaten van het eerste kwartaal even goed? Van de 302 bedrijven van de S&P500 die hun cijfers al hebben bekendgemaakt, verraste 87% positief. De gemiddelde winstgroei bedraagt 50%. Dat is erg uitzonderlijk, maar blijkbaar ruim verwacht gezien de plafonnering van de markt. In Europa kwamen 232 bedrijven van de Stoxx Europe 600 met 67% positieve verrassingen en een gemiddelde winststijging van 149%.

Kerncijfers van 26/04/2021 tot 30/04/2021
IndexSlotkoers+/-Sinds begin 2021
België: Bel-204014,300,13%10,85%
Europa: Stoxx Europe 600437,39-0,38%9,61%
VS: S&P5004181,170,02%11,32%
Japan: Nikkei28812,63-0,72%4,99%
China: Shanghai Composite3446,86-0,79%-0,76%
Hongkong: Hang Seng28724,88-1,22%5,49%
Euro/dollar1,20-0,10%-1,61%
Brent olie67,361,75%29,81%
Goud1770,46-0,30%-6,71%
Belgische 10 jaarsrente0,14

Duitse 10 jaarsrente-0,20

Amerikaanse 10 jaarsrente1,63

Geef een reactie